De jonge Katelijne groeit op in een streng protestants boerengezin. Als enige meisje tussen zes broers wordt ze nauwelijks betrokken bij het werk op de boerderij en buitengesloten in de dagelijkse gesprekken. Hierdoor laat ze haar verbeelding de vrije loop door zich over te geven aan Bijbelse verhalen, roddels en zelfs sprookjes, hoewel ze die eigenlijk niet mag lezen. Tijdens de bruiloft van haar broer overdondert ze echter haar familie met literatuur, waarmee ze afscheid neemt van haar jeugd.

The young Katelijne grows up in a strict Protestant peasant family. As the only girl between six brothers, she is hardly involved in farm work and is excluded from daily conversations. Hereby she lets her imagination run free by surrendering to Biblical stories, gossip and even fairy tales, although she is not allowed to read them. During her brother's wedding, however, she overwhelms her family with literature, saying goodbye to her childhood.