Kabouter Plop houdt samen met zijn kaboutervrienden Lui, Klus en Kwebbel een lenteschoonmaak in zijn paddestoel. Bij het schoonmaken van de schoorsteen ontdekt Klus een schatkaart. De kabouters besluiten om samen de Kabouterschat te zoeken. Maar... de tocht is moeilijk en gevaarlijk. De kabouters moeten over een gammele hangbrug en door een bos dat overbevolkt is met vogels. Op de koop toe moeten ze een grote-mensen-weg oversteken. Onderweg ontmoeten Plop, Lui, Klus en Kwebbel nog twee andere kabouters, Pif en haar broer Paf. Lui wordt smoorverliefd op Pif. Door een toeval komt de schatkaart in de handen van Pif en Paf. Ook zij gaan op zoek naar de schat.

Op een dag ontvangt Kabouter Plop een brief van zijn Oom Knap. Daarin staat dat Oom Knap heel erg ziek is en dat hij enkel kan genezen als hij het sap drinkt van de Karbonkelwortel. Maar die wortel groeit enkel in het bos van Plop. Plop, Klus, Kwebbel, Lui, Smul en Smal besluiten om de plant naar de zieke Oom Knap te brengen. Maar Oom Knap woont heel ver weg! Klus besluit een heus luchtschip te bouwen waarmee de kabouters kunnen vliegen naar het kabouterbos van Oom Knap. Maar de tocht is moeilijk en niet zonder gevaren. Zullen de kabouters het sap van de Karbonkelwortel tijdig bij Oom Knap kunnen brengen?

Kabouter Plop verwacht, net als alle andere jaren, een bezoekje van de Kerstkabouter. Alleen loopt het dit jaar een beetje mis... Mik en Mak, twee kabouters die jaar na jaar door de Kerstkabouter vergeten worden, gooien roet in het eten. De twee gaan aan de haal met de slee van de Kerstkabouter. Die is daardoor niet alleen al z'n cadeautjes kwijt, maar ook z'n heel belangrijke toverstaf ... Met die staf kun je cadeautjes toveren maar ook vreselijke dingen aanrichten! Kabouter Plop en zijn vrienden gaan samen op pad op de toverstaf terug te halen en hem weer aan de Kerstkabouter te geven.

Als Plop en zijn vrienden in het Kabouterbos een kleine Golden Retriever ontdekken, schrikken ze zich te pletter! Maar al snel verovert deze schattige hond de harten van onze kabouters en willen ze niets liever dan dat Kwispel bij hen in het bos blijft wonen. Maar aan de andere kant van het bos, in de grote-mensen-wereld, is er een jongetje heel erg verdrietig. Hij mist Kwispel. Hij zou er alles aan doen om zijn puppie terug te vinden. Als Plop en zijn vrienden vernemen dat Kwispel een grote-mensen-baasje heeft, besluiten ze om het hondje terug te brengen. Maar daardoor storten de kabouters zich in een ongekend avontuur. Als dat maar goed afloopt!

Terwijl Kabouter Plop en zijn vrienden een wandeling maken, horen ze mooie vioolmuziek uit een huisje aan de rand van het kabouterbos. Ze besluiten een kijkje te nemen. Kabouter Klus klimt via de regenpijp omhoog en ontdekt dat de hemelse klanken wordt gespeeld door het meisje Anna. Zodra Anna de kabouters ziet, gaat het helemaal mis. Anna laat door de schrik haar viool op de grond vallen. Deze is helemaal kapot en morgen heeft ze een belangrijk optreden! Hoe kunnen de kabouters haar helpen? Komen ze op tijd met een oplossing? Ze schakelen de hulp in van Kabouter Amadeus (Frans Bauer). Nu maar hopen dat het allemaal goed afloopt!

Lui eet een verkeerde bes. Hij wordt zo groot als een mens. Zijn vrienden zijn boos en Lui loopt verdrietig weg. Hij belandt in de grote stad. Zullen onze vrienden Lui vinden voor hij de hele stad op stelten zet?

Kabouter Plop en zijn vrienden maken zich klaar voor de wintertijd, maar opeens krijgen ze een pinguïn op bezoek en even later ook, Zuidpoolkabouter, Kabouter Snorre. De pinguïns zijn ontvoerd door grote mensen, omdat Louise Appelboom er pinguïnsoep van wil maken. Daarom gaan Plop en zijn vrienden, samen met Kabouter Snorre, de pinguïns redden.

Er komt een kaboutercircus naar het kabouterbos van Plop. Wanneer de circus stoet door het bos rijdt, valt er een mandje van één van de trailers. Niet veel later ontdekt Kabouter Lui het mandje, waar een kleine kabouterbaby in ligt. Lui is meteen dol op de kleine babyclown en neemt hem mee naar zijn kaboutervrienden. Maar zij zijn druk bezig en hebben weinig aandacht voor Lui. Hij besluit daarom in het geheim voor de baby te zorgen. Dit gaat alleen niet zonder slag of stoot en Lui blijkt niet bepaald de ideale vader. Ondertussen is Plop bezig met het voorbereiden van een koekenbakwedstrijd. Hij wil namelijk kans maken op de titel ‘Fijnproefkabouter’, door de allerlekkerste Plopkoek te bakken. De proefkabouter komt naar het kabouterbos om alle koeken te proeven en de beste koekenbakker te belonen met deze titel.

Kabouter Plop is naar het Koninklijk paleis vertrokken om zijn plopkoeken aan te bieden aan de koning. Hij probeert zo de hofleverancier te worden. Op weg naar het paleis krijgt Plop gezelschap van Klus, die een bezoek aan het paleis voor geen goud wil missen. Aangekomen bij het paleis blijkt dat de koning er niet meer is. De kabouters wachten op de komst van de nieuwe koning, een kabouterprins. Ze zien Plop per ongeluk aan voor de troonopvolger. Voordat hij het goed en wel beseft, zit Plop op de troon als de nieuwe koning. Klus vindt het allemaal geweldig. Zeker wanneer hij samen met Kwebbel en Lui zijn intrek mag nemen in het paleis en ze bediend worden door lakeien. Maar Plop maakt zich zorgen. Want waar is de echte kabouterprins gebleven?