De in Myanmar gevestigde regisseur Fujimoto keert na zijn documentaireachtige speelfilm Passage of Life (JC 2018) terug met een affectieve, drama-achtige documentaire. De lokale Zomi-bevolking van de Chin-staat in het westen van Myanmar graaft om de overblijfselen terug te vinden van 30.000 Japanse soldaten die 75 jaar geleden in de “Slag om Imphal” zijn gesneuveld – een vorm van dagelijkse arbeid voor de Zomi die wordt bemoeilijkt door het feit dat veel Birmezen mensen stierven in de strijd met de Japanners. In deze Japans-Myanmar-coproductie traint Fujimoto de camera om de verschillende perspectieven te ontrafelen en het opgraven van botten te beschouwen als zowel een metafysische als een fysieke daad van verzoening.

Myanmar-based director Fujimoto returns after his documentary-like feature drama Passage of Life (JC 2018) with an affective, drama-like documentary. The local Zomi people of the Chin State in western Myanmar dig to recover the remnants of 30,000 Japanese soldiers who fell in the “Battle of Imphal” 75 years ago—a form of daily labor for the Zomi that is complicated by the fact that many Burmese people died in the battle fighting for the Japanese. In this Japanese-Myanmar co-production, Fujimoto trains the camera to unravel the multiple perspectives and consider the act of digging up bones as both a metaphysical and physical act of reconciliation.